Wiskundemethoden
q499img1.gif

Op dit moment zijn de vijf meest gangbare methoden voor wiskunde in het voortgezet onderwijs Getal en Ruimte, Moderne Wiskunde, Netwerk, Wageningse methode en Pascal. In grote lijnen verschillen de methoden weinig van elkaar; de opgaven worden begeleid door illustraties die het beelddenken moeten bevorderen. De boekjes zijn goed gevuld met opgaven die alle basisgebieden van de wiskunde behandelen.
Pascal en Wageningse methode hebben naast een boek ook een website.
Op de website van Pascal zijn werkbladen en practica te vinden, naast een aantal links naar uitleg over de werking van de grafische rekenmachine, werken voor het examen, en vragen stellen via wisfaq. Op website van Wageningse Methode kunnen antwoordenboekjes en software worden gedownload.

De opgave op de afbeelding komt uit het boek “Moderne Wiskunde” voor 4 vmbo gemengd theoretisch. Dit is een voorbeeld van een typische "realistische" situatie waarin wiskunde wordt gebruikt. Het laat een mogelijke toepassing van goniometrie zien, maar de kans dat leerlingen deze informatie later zullen toepassen is vrij klein. Leerlingen roepen immers nog steeds dat ze "het nut er niet van in zien"!

p%20133%20moderne%20wiskunde.jpg?imgmax=400

Conclusie

De huidige wiskundemethoden bieden allemaal goede opgaven die voorbereiden voor het examen. Ook zal het leren van abstracte formules en sommen altijd nodig blijven, omdat dit is waar de wiskunde uiteindelijk om draait; dit is de stof die ook op universiteiten behandeld wordt. Ons concept moet de huidige wiskundemethoden daarom ook niet vervangen, maar er een aanvulling op zijn.
Van alle bovenstaande methoden lijkt Wageningse methode lijkt nog het meest vernieuwend.
Uitgangspunten van Wageningse methode zijn onder andere, uitdagen tot nadenken, goede voorbereiding op bovenbouw en vervolgstudie en activerende werkboekjes.
De website biedt handige software aan, en de mogelijkheid tot het downloaden van antwoordenboekjes kan een enorme hulp zijn voor zowel leerlingen die de stof nog niet goed onder de knie hebben als leerlingen die al vooruit lopen op het lesschema.
Wolters Noordhoff gebruikt woorden als “…levensechte wiskunde in uitdagende contexten…” (Wolters Noordhoff, 2007, p. 25) om de inmiddels veertig jaar oude methode “Getal en Ruimte” aan te prijzen. Het invoeren van realistische contexten is op zich al een grote stap in de goede richting geweest, aangezien tot nog niet zo heel lang geleden, de wiskundeboeken uitsluitend abstracte sommen bevatten. Deze contexten zijn naar ons idee echter lang niet levensecht genoeg. Hoe vaak moet een leerling bijvoorbeeld berekenen hoe groot het hek van buurman Piet wordt? Of wat de inhoud van de spoelbak van een wc is? Liever zouden we zien dat de “realistische contexten” ook voor de leerling relevant zijn. Bovendien wordt er in deze methoden niet echt ingespeeld op het “beleven” van wiskunde. De realistische situaties zijn dikwijls een “ver van m’n bed-show” en hebben te weinig diepgang.
Maar nogmaals, we gaan de wiskundemethoden niet vervangen of aanpassen, omdat de rijtjes formules simpelweg goed voorbereiden op een vervolgstudie, en de opgaven niet te lang moeten worden, zodat elk probleem op veel manieren behandeld kan worden.
Het inspelen op de belevingswereld is echter wel van groot belang!

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License